Uit de
Volkskrant
Reportage
[size=15pt]Kamer wijdt marathonzitting aan riskante missie[/size]Van onze verslaggevers Theo Koelé en Marc Peeperkorn
DEN HAAG - ‘99 Procent van de Afghanen wil samenwerken, 1 procent niet. Maar die ene procent is wel levensbedreigend’, viel maandag te horen tijdens een hoorzitting van de Tweede Kamer.
Afghanen beloven met terrorisme ook drugshandel aan te pakken; Nederlandse deskundigen waarschuwen voor gevaar Taliban
Het sturen van Nederlandse militairen naar de Afghaanse provincie Uruzgan is geen kwestie van charitas, maar van welbegrepen eigenbelang. ‘Terrorisme is internationaal. Als Afghanistan weer een vrijhaven voor terroristen wordt, slaat dat terug op ons allemaal’, waarschuwt de Afghaanse minister van Defensie Wardak.
Zijn voormalig collega van Financiën Ghani haalt nog een ‘nationaal belang’ aan om de Tweede Kamer te overtuigen van het nut van de missie: heroïne. Wil Europa niet overspoeld worden met deze spotgoedkope hard drug – Ghani: ‘minder dan de prijs van een cappuccino in Amsterdam’ – dan is het hoog tijd met internationaal machtsvertoon de drugsbaronnen uit Uruzgan te verjagen.
Veertien uur trok de Kamer er maandag voor uit om een 25-tal betrokkenen en deskundigen te horen over het sturen van 1200 Nederlandse manschappen naar Uruzgan. Ter voorbereiding op het debat van donderdag, als de Kamer moet beslissen over wat nu al de gevaarlijkste militaire missie sinds Korea (’50-’53) wordt genoemd.
Minister Wardak vindt dat die risico’s niet overdreven moeten worden. ‘De vijand is niet echt sterk’, weet hij. Het Nederlandse kabinet schat de harde kern van Talibanstrijders op maximaal 350 man. Wardak: ‘We kunnen alleen niet genoeg aandacht aan ze besteden.’
Als de Nederlandse manschappen met in hun kielzog een paar honderd Australiërs arriveren, is dat probleem volgens Wardak uit de wereld. ‘De internationale ISAF-troepenmacht in Uruzgan is dan tien keer zo groot als nu. Dat zal de vijand afschrikken om drastische acties te ondernemen.’
De situatie is al verbeterd, verzekert ook minister van Buitenlandse Zaken Abdullah. Afghanistan is volgens hem een succesverhaal. ‘De enige vraag is of het verhaal ook een succesvol einde krijgt.’
Juist daarom is Nederlandse deelname aan de NAVO-missie onmisbaar, benadrukken drie speciaal voor de hoorzitting ingevlogen parlementariërs uit Uruzgan. ‘Laat ons niet vallen’, luidt de indringende oproep van parlementariër Khaleeq. ‘Dan geef ik u mijn woord dat ook wij zullen strijden tegen terrorisme en de papaverteelt.’ Om zijn goede bedoelingen te onderstrepen, wenst Khaleeq koningin Beatrix een lang en gelukkig leven toe. CDA-Kamerlid De Haan – voorzitter van de hoorzitting – wordt door hem gefêteerd op een traditionele Afghaanse mantel met bijpassend hoofddeksel.
Voormalig ISAF-commandant Py twijfelt evenmin aan een goede afloop van de missie. ‘Ik zal nooit vergeten hoe Nederlandse Apaches in 2004 een einde maakten aan de raketaanvallen op Kabul’, houdt de Franse luitenant-generaal de Kamerleden voor. ‘De NAVO heeft geen andere keuze dan succes. Onze aanpak in Afghanistan werkt.’
Freelance journalist Karskens hoort het vol ongeloof aan. Begin januari verbleef hij in Uruzgan en hij snapt niet dat de Kamer in dat ‘levensgevaarlijke gebied’ Nederlandse mensenlevens op het spel wil zetten. ‘Ik heb daar een week rondgereisd met vijftig lijfwachten’, vertelt hij de Kamerleden. ‘Als u vindt dat de militairen keihard Talibanstrijders moeten aanpakken, is Uruzgan een buitenkansje. Voor wederopbouw kunt u beter een andere regio kiezen.’
Ook ontwikkelingswerker Oosterkamp tempert de verwachtingen. Het irrigatieproject in Zuid-Afghanistan waar hij aan meewerkte, werd abrupt stopgezet nadat de Taliban tien van zijn collega's vermoordden. Militairen zullen bomaanslagen ‘aan den lijve ondervinden’, voorspelt Oosterkamp. ‘99 Procent van de Afghanen wil samenwerken, 1 procent niet. Maar die ene procent is wel levensbedreigend.’