Australia, the one year in review
Nog maar
een jaar geleden stapten we hier met ons koffertje van het vliegtuig en stonden we met knikkende knieën bij de douane, niet 100% zeker of mijn visum mij wel echt het land in zou laten. Het voelt eigenlijk als veel langer geleden.
Een jaar geleden zaten we ook in een taxi en keken we naar buiten. Zagen we het typische uiterlijk van Melbourne in het donker en onafhankelijk van elkaar, en zonder het hard op te zeggen vroegen we ons af of Melbourne wel zo leuk was als we het ons herinnerden, want het zag er zeker niet zo uit.
De twijfel verdween gelukkig als sneeuw voor de zon toen we ’s ochtends buiten kwamen en voor het eerst als inwoners van Melbourne naar de supermarkt gingen. Melbourne was net zo geweldig als we het ons herinnerden en de weken en maanden daarna werd het alleen maar beter.
En nu
Dat was toen, de wittebroodsweken. Nu is Melbourne thuis. We hebben werk, routines, vrienden. Nederland en Amsterdam voelen als een ander leven. Mensen vragen regelmatig of we het missen, maar ons antwoord is altijd dat we niet eens nadenken over Nederland. Dat bedoelen we niet negatief, maar ons leven is hier heel anders. Iets waar we op gehoopt hadden maar niet vanuit gingen. We hebben een heerlijk huis dichtbij de leukste stad van Australië (vinden wij tenminste
), de katten haten ons niet
na de vlucht en quarantaine en die KTM Super Duke die ik
anderhalf jaar geleden noemde,
die is er ook. Maar belangrijker nog is dat we hoopten ook dat ons leven meer buitenshuis plaats zou vinden.
In Nederland was de grens tussen werk en vrije tijd vager. Je kwam na werk thuis en dan was het weer vaak niet meer uitnodigend genoeg om nog even weg te gaan, maar hier eten we vrijwel elke week wel een keertje buiten de deur of gaan we na werk nog even ergens wat drinken. In het weekend pak je de auto en rij je een paar uur en ben je in een compleet andere wereld. We zijn veel sportiever. Annelies rent regelmatig van werk naar huis of in het weekend rent ze langs de rivieren. Ik speel
onderwater rugby, ga volgende maand m’n duikbrevet en een vorm van surfen staat ook op de to-do lijst. Allemaal dingen die de momenten buiten werk zoveel leuker maken. We leven meer en genieten meer.
Natuurlijk is het gras niet alleen maar groener. Met de horror griep die hier huishield konden we in de praktijk ervaren hoe het werkt met “sickies” en als die op zijn. Dat drukt je toch wel weer even met je neus op de feiten dat het vangnet hier niet hetzelfde is als in Nederland. Je moet hier meer vooruit kijken en zelf meer verantwoordelijkheid nemen. We proberen goed te sparen zodat we wellicht over een paar jaar een huis zouden kopen, maar ook om een vangnet te hebben voor als er iets mis gaat. We hebben bijvoorbeeld ook een camera in de
auto en op de motor, want hit and runs of liegen op de verzekeringspapieren lijkt hier toch een stuk gangbaarder. Dat is op zichzelf al vervelend genoeg, maar als het gevolg is dat je inkomen of zelfs je baan daardoor verliest is een camera een goedkope verzekering.
Veel van die dingen wisten we toen we hieraan begonnen, maar het is toch iets anders om het echt mee te maken en we zijn graag voorbereid.
En uiteraard vinden vinden we het jammer dat we onze familie soms niet goed kunnen laten zien hoe het hier is. Het is niet perse missen, meer dat we hier dingen zien en doen die je niet goed uit kunt leggen of die op foto’s en video niet overkomen. We mogen niet klagen, want internet heeft de afstand enorm verkleind en ze komen volgend jaar allemaal langs.
Dat gezegd hebbende is onze move hierheen nog steeds één van de beste, zo niet de beste keuze die we ooit gemaakt hebben!