Ik ben niet heel erg onderlegd in fashionistism. Ik heb in NL voornamelijk in glossy randstedelijke kantoorsettings gewerkt en daar was altijd een kledingcode van pak en je haar opgebonden, no jeans allowed. Maar ik ben uit de oude doos, klassiek, degelijk, goede kwaliteit en, werkzaam als manager in bouw en vastgoed, wilde ik me graag niet van deze mannengedomineerde wereld onderscheiden (anders word je als vrouw steevast voor koffiejuffrouw of tiepmiep versleten). Dus ik droeg altijd hoge-kwaliteit mannenpakken met wit overhemd, mannenschoenen en mijn haar in een knot. Zo neutraal en onvrouwelijk als mogelijk. Dat was geen opoffering, ik draag sowieso graag genderneutrale kleren, broek, overhemd, trui, platte schoenen. Heb niks met vrouwelijke dingen, jurkjes, hakken, sieraden, make-up.
In Oz heb ik veel minder in kantoren gewerkt, en zelden in de binnenstad. Bij de overheid en onderwijs dondert het niet wat je aan trekt, en het meeste spul is goedkope shitzooi uit China anyway. Melbourne heeft naast de lattebelt nog iets anders: iedereen draagt zwart, van pluis tot hipster, dakloze tot CEO
. Hier op het platteland, afgezien van de tradiesuniformen van hi-vis en AusPost, is het vooral shorts, topjes, t-shirts, puffer jackets, tradie boots en thongs. En van die lawaaiige Hawaiishirts
.
In het CBD is het duidelijk anders. De PCHoofttractorstraat van Melbourne, Collins St, heeft een enorm aanbod aan peperdure, uit Europa geimporteerde merken, Vuitton, Armani, Ferrari in superglossy shops met gehandschoende en gepette bewaking en personeel in couture gehuld. Als ik Mr Emulate's zoon (33, supermanager in insurance, werkzaam in Collins St op de 1724e verdieping van een peperdure skyscraper) in Collins St tegenkom, zit hij altijd strak in het modern en slank gesneden pak met van die leren puntschoenen, een attachekoffertje en zijn haar in de plak. Maar buiten het werk loopt hij zomer en winter in zo'n tokkiestop zonder mouwen, zo'n luide hoerazwembroek en slippers
.